vrijdag 28 augustus 2009

Genoeg vissen in de vijver

Wij vissers groeten elkaar nu eens van aan de overkant, dan weer bij het verenigen. Altijd bewonderen we elkaars vangst met de oprechtheid van een kind. 
Voor buitenstaanders lijkt het of we aan de kant zitten. In werkelijkheid oefenen we uit eerste hand invloed uit op het ondiepe water, dat wij in onze stille gedrevenheid trachten aan te sporen tot bodemloosheid.
(opgedragen aan een collega schrijfster, zij weet wel dat het over haar gaat.) 

maandag 24 augustus 2009

Liefde zit in een klein hoekje

Zo graag zie ik jou

dat ik in al onze kamers

afstand installeer.

Een hoekje om op te zoeken

vanwaar je me nadien vrijwillig

weer kan vervoegen.

En als je weer bij me komt

wil ik je met al mijn lippen

ontvangen.

Zo weten we met

al onze opnieuws heel onze altijd

blijvend te verlangen zonder elkaar te vangen.

zaterdag 15 augustus 2009

M o e d e r w i l g

In het ooibos jaag ik het raadsel achterna. Een wilg wiegt treurig in de wind. Haar taaie takken en ontluikende katten schermen mee in het gevecht tegen snoeibewind. Ik wandel langs winterdijken en zomerbedden, steeds gevolgd door haar wilgentenen, ik nestel me in haar holle stam en schuil voor het knotten, zij kent de tanden van de zaag.

Maar waaibomenhout is sterk en geduldig, zij buigt om niet te knappen, zij wiegt bij het ontwijken van klappen.

Blogarchief