maandag 29 juni 2009

Geiten

Bij ons thuis zien we hen graag.
Dankzij hun melk kan m’n zoontje toch opgroeien met voldoende calcium in z’n schattige botten zonder z’n toevlucht te moeten zoeken tot soja- of rijstalternatieven, die weliswaar hun verdiensten hebben bewezen maar toch ook nadelen bevatten. (cariës, toegevoegde vitaminen versus natuurlijke)

De kaas, vooral de romige variant, wordt hier ook met duimen en vingers afgelikt. Ideaal met zoute crackers of provençaals gekruide rijstkoeken. Of met jonge worteltjes en stukjes komkommer uit het vuistje. Ideeën genoeg.

Hun speelse sik onderaan de kin zorgt bij m’n tweejarige ook steevast voor hilariteit, vooral wanneer hij dit in bad met Zwitsalschuim nabootst.
Ja geiten zijn onze dikke vrienden.

Alleen. Die exemplaren die denken dat een kind nog geen mens is maar een halfbakken ding, een ongelikte beer, een het... Geiten die je dan bedenkelijk, nee afkeurend, aankijken als blijkt dat het, naar hun persoonlijk referentiekader, geen evidente naam heeft gekregen. Vooral omdat jij er als moeder niet exotisch genoeg uitziet voor een uitheems genaamde worp. Maar daar weten geiten raad mee. O wat stom, het is niet jouw kind! Natúúrlijk niet. Jij zal wel de babysit zijn, toch?

Nee die geiten slachten wij liever ritueel om nadien lekker te roosteren. Of zoals mijn het zoon zou zeggen: bjabikoe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Blogarchief